De zon heet ons een fraai welkom boven Nieuwerkerk aan den IJssel. Het oranje / rood was er al snel af. De lucht is droog: weinig verstrooiing van het zonlicht. Met het langzaam naar zuidoost draaien van de wind wordt de aanvoer continentaal en dus nog droger. Maximaal genieten de komende dagen! We gaan daar eens even wat in detail naar kijken.

Actueel met een nog polaire bovenstroming een grote dagelijkse gang: behoorlijk frisse start.

Op klomphoogte noteerde Twenthe 0.3 graden en gisterochtend zelfs nog bijna twee graden vorst.

Vanaf vandaag breken de eerste zomerse dagen aan! In het algemeen is het een goede raadgever -of de meest veilige gok- niet de meest extreme uitkomst van de modellen als verwachting te kiezen. Doorgaans kies ik zelf voor het ECMWF als meest betrouwbare. Vandaag en zeker morgen ligt dat anders. Ook gisteren al kwamen de maxima een graad of twee boven de hoogste modeloutput. Deze kaart met de maxima voor morgen doen we dus niet.

Eerder deze! Sterker: tel er nog maar één tot twee graden bij op, vooral in het oosten en zuidoosten van Nederland waar de bodem het droogst is en de invloed van het koude (zee)water het geringst is. Wat is er aan de hand? Het KNMI wees me in de detailverwachting op twee aspecten:  ten eerste hebben de modellen in deze tijd van het jaar kennelijk moeite met de verdamping van aanwezig vocht: overdrijven die. En rekenen derhalve met te veel verlies aan warmte door dat mechanisme. Daarnaast is bij de huidige atmosferische omstandigheden (droge en schone lucht én weinig stroming in zowel de onderste luchtlagen als op enige hoogte) de instraling en dus de verwarming van het aardoppervlak maximaal. In de onderste tientallen meters van de lucht levert dat extra warmte op. Het is overigens een bekend gegeven dat vooral het ECMWF onder deze omstandigheden daarin het slechts presteert. Het GFS model zat er de afgelopen dagen het beste op maar inmiddels lijkt het HIRLAM model zichzelf enigszins gecorrigeerd te hebben. Overigens impliceert één en ander óók dat de verwachting voor de Waddeneilanden het meest de mist in gaat. Die 11 graden -of zelfs nog wat minder in andere ruwe modelberekeningen- ligt  lokaal tot 10 graden te laag! Die verwachting is door het koude zeewater sowieso heel lastig in deze tijd van het jaar. Los van het feit dat de meeste roosterpunten (deels) boven zee liggen en dus niet representatief zijn voor land kan een klein beetje meer of minder wind uit welke richting een wereld van verschil maken. En in de Waddenzee is zelfs het moment van eb en vloed van invloed; Jordi Bloem lichtte het onlangs mooi toe. Ook moeten de strandgangers rekening houden met wind van zee die in de middag kan ontstaan. Die is in de modelverwachting echter opmerkelijk zwak; kan meevallen. Zeker in of achter de duinen blijft het prima toeven.

Zeker het oosten van Brabant en Vlaanderen en Limburg maken vandaag kans op de eerste zomerse dag en morgen zal die vrijwel overal in de lage landen binnengehaald worden. Met de hoogste waarden waarschijnlijk in Limburg; ik zet in op 28.5 graden als de topper. Wie waagt een ander gokje? Ook de avonden zullen lekker warm verlopen. Rond 8 uur zal het lokaal 23 graden zijn. Opmerkelijk is overigens dat -in zekere zin als enige- het GFS-model het UHI (=stadseiland) effect vrij goed in de berekening heeft zitten. Bij perfecte omstandigheden is het daar waar de roosterpunten (grotendeels) stedelijk- en/of industrieel gebied beslaan twee tot drie graden warmer dan in de directe omgeving daarvan, met het grootste effect in de avond en de eerste helft van de nacht. Op bovenstaande kaart herkennen we Rotterdam, Eindhoven en het Ruhrgebied. Binnenkort zal ik daar eens wat dieper op ingaan maar kort samengevat: minder verdamping, meer absorptie van warmte en minder uitstraling.

Onder invloed van een aparte hogedruk-kern die zich boven de Britse Eilanden vormt doen we met een noordelijke tot noordoostelijke wind vanaf vrijdagavond -in ieder geval tijdelijk- een stapje terug naar het voorjaar. Frisse avonden -het scheelt een jas- maar toch een prima weekend. Veel zon en niet al te véél wind toch. Exacte timing maakt details lastig maar de middagtemperaturen zullen waarschijnlijk tussen de 15 graden in het noorden en (mogelijk iets boven de) 20 in het zuiden uitkomen.

Wat verder naar het noordoosten dan tegelijkertijd een flinke arctische uithaal: sneeuw in de hogere delen van Scandinavië en in Rusland.

De verwachting is het meest onzeker van zondag tot en met woensdag. Daarna lijkt de kans op een koud en mogelijk regenachtig slot van april inclusief Koningsdag waar Hajo al eerder over schreef steeds overtuigender te worden.

En dat is dan mogelijk weer goed nieuws voor de seizoensafsluitingen in de Alpen! Tegen volgend weekend kan de sneeuwgrens dalen tot rond de 1000 meter; gaan we uiteraard volgen!

Tot slot nog een blik op het klimaat middels dezelfde pluim als zojuist. Maar dan niet voor de “expert” maar de wat populairdere “weer- en klimaatpluim” De rode bolletjes geven een “extreem warme” verwachting aan, de stippellijn de hoogst gemeten maxima sinds 1901. Gisteren las ik in de detailverwachting van het KNMI het volgende: “de klimaatpluim laat zien dat het hoogst gemeten maximum op 18 april in De Bilt 24.7 °C bedroeg in 1949. De te verwachten waarde voor woensdag is dezelfde” Vrij vertaald: hou er rekening mee dat we weer los kunnen gaan.. Hmm. Een maand geleden had zo’n tekst kunnen luiden: “de klimaatpluim laat zien dat het laagst gemeten maximum op 17 maart  in De Bilt 1.2 °C bedroeg in 1909. De te verwachten waarde voor zaterdag ligt daar ruim een graad onder” Maar helaas die ben ik niet tegengekomen. Gemiste kans zullen we het maar op houden.

Voetnoot daarbij: op 15 april 2007, 21 april 1968 (zie kaartje) en 17 april 1949 werden vergelijkbare omstandigheden genoteerd!

En nog meer (goed) klimaatnieuws: 22 juli en (breaking) 1 september jongstleden schreef ik al over de lage smelt en waarschijnlijk zelfs lichte aangroei van de Groenlandse ijskap. Ook verdere analyse van het NSIDC heeft dat onlangs bevestigd: Grieta Spannenburg van de Meteogroep  vertelt daar meer over! Meest opmerkelijk is wat mij betreft hier de laatste alinea en dan met name de laatste zin: “Men heeft gebrek aan exacte gegevens om dat echt hard te maken (gebrek aan precieze satellietwaarnemingen), maar als het zo is dan zou dat voor het eerst in 20 jaar zijn dat de ijskap zou zijn aangegroeid” Voor het eerst dat we dat lezen: “gebrek aan exacte gegevens” (..) Andersom -wanneer de gegevens op afsmelt wijzen- heb ik zo’n kanttekening niet eerder gezien.

Ik ga afsluiten en van mijn vrije dag genieten. Check: dat ziet er al prima uit. Merk op dat met de zuidenwind de gebieden ten noorden van de grote wateren toch inderdaad wat achterblijven. Morgen is Frederic uw weerman!


Leo

Leo, chemisch analist, 50 jaar, is sinds zijn vroege jeugd enorm in (winter)weer- en sport geïnteresseerd. Zijn eerste sinterklaas-surprise was dan ook een ingevroren scheurkalender van Jan Pelleboer. Sinds de opkomst van het internet en vooral de toegankelijkheid van alle gegevens ging hij zich er wat verder in verdiepen. Tegelijkertijd kwam hij als vanzelf op de site van Hajo Smit uit. Dankzij mooie interactie met een aantal anderen die reageerden op de artikelen van Hajo ontstond het idee daar wat meer mee te gaan doen.

22 reacties

Gesloten voor reacties.