Geef toe, is het geen plaatje? Dit is het beeld dat mijn gezin en ik te zien kregen toen we hier voorbije oudejaar arriveerden. Bestemming: Altaussee in Stiermarken. En ik moet zeggen dat ik niet vaak echt geraakt word door een mooi, zeg maar romantisch landschap. Het goede weer speelde de eerste dagen van ons verblijf een rol natuurlijk: Kaiserwetter, veel zon en windstil. Eerste indruk? De wegen zijn hier duidelijk nog niet platgelopen door hordes toeristen. Nee, je beleeft hier het autenthieke gemütliche Oostenrijk.
We waren te gast in Gasthof Zum Hirschen. Vierentwintig ruime en pas gerenoveerde kamers met op het gelijkvloers ook een restaurant voor ontbijt en avondmaal. Eerste opdracht was het vastleggen van tafel voor oudjaarsavond. Er waren er nog maar twee vrij. Oef, dat was geluk hebben. Voor niet al te veel geld kregen we een naar Oostenrijkse normen meer dan degelijk vijf-gangen-menu voorgeschoteld. De rest van de dag hebben we op het gemak uitgerust van de nachtelijke autorit en genoten van de omgeving.
Trouwens, ben je iemand die op zoek is naar een dorp waar je het ene na het andere café tegenkomt, afgewisseld met een hoop boetieks? Dan ben je hier aan het verkeerde adres, maar ingeslapen is Altaussee allerminst. Want na het zomertoerisme zet Ausseerland, het verband tussen Loser – Altaussee en het nabijgelegen Die Tauplitz, nu ook stevig in op de winter. Verderop meer daarover. Een ritje achterop in de paardenkar doorheen een besneeuwd landschap brengt je in ieder geval al meteen in winterse sferen.
Misschien iets minder romantisch, maar wist je trouwens dat delen van de laatste Bond-film Spectre hier zijn opgenomen. Ze hebben er geen geld voor op tafel gelegd wat het grote Sölden wel deed. Maar Altaussee is tenminste wel een aantal keer vermeld geweest in de film. Daniel Craig voer daarin over de Altausseer See naar een geïsoleerd huisje op zoek naar Mr. White. In werkelijkheid is dat het Jagdhaus Seewiese, sinds vijftien jaar omgevormd tot een bar/restaurant waar wandelaars en tourskiërs kunnen verpozen.
Moest je Altaussee en het Loser-skigebied niet weten liggen: helemaal in de oostelijke Alpen moet je zijn, in het westen van de deelstaat Stiermarken. Hier gaan de eerste toppen stilaan richting en over de 2 000 meter. Samen met Die Tauplitz, het skigebied van Tauplitz en Bad Mitterndorf, vormt het Ausseerland. En kijk eens goed naar deze reliëfkaart. Het ligt vol in frontlinie voor Nordstau en Retour de l’Est- sneeuwsituaties. En dat heb ik op deze trip gemerkt …
Want nergens anders … ja, je leest het goed … nergens anders ligt er in januari 2017 zoveel sneeuw momenteel als in Ausseerland. Loser – Altaussee op de eerste plaats en Bad Mittendorf – Tauplitz mooie tweede. Ok, op enkele hoge toppen van Zwitserland ligt misschien nog net wat meer, maar daar valt het onderin dan weer tegen. Tja, in die oostelijke gebieden is het klimaat al een stuk continentaler dan elders in de Alpen. En voor de winter wil dat zeggen: sneeuwrijker in de dalen. Volgens het lokale bureau voor toerisme valt hier jaarlijks maar liefst 11 meter neerslag, waarvan een belangrijk deel als sneeuw tot in de dalen. Ter vergelijking: in een normaal jaar valt er in de Lage Landen nog niet eens een meter. Mede daardoor kan je het wintergevoel nergens zo goed beleven als hier in Altaussee.
Op slechts vijf minuten rijden met de auto ben je vanuit Altaussee (727 meter boven de zee) aan de liften van het skigebied Loser op 850 meter hoogte. Mooi om zien hoe de kalksteenrotsen van de Loser (jaja, zo heet deze bergtop echt) hier boven de boomgrens en eerste wolkenbasis uitsteken.
Deze foto heb ik niet zelf genomen. Zou wel heel gek zijn. Plots bomen die in blad staan en zo. Hier zie je de Loser van aan de andere kant van het meer, met Altaussee op de voorgrond. Het skigebied Loser bevindt zich op de linkerflank van de Loser. Grappig dat ik zelf een volledig vergelijkbare foto had genomen om dit bericht te openen, alleen dan van aan de andere kant van het meer. Het geeft in ieder geval wel de grote toeristische waarde aan en laat zien dat je hier zeker ook voor je zomervakantie terecht kan om te wandelen, fietsen, zwemmen, duiken, …
Maar goed, we dwalen af. Terug naar de wintersport. Hier de pistekaart van Loser. 33 km pistes biedt het gebied voorlopig. Met de nadruk op voorlopig, want het gebied is ambitieus en trekt nu vol de kaart van de vlucht vooruit. Zo worden er de komende paar jaar extra pistes aangelegd en gaan ze richting de 40km piste, wat ongeveer evenveel is als Die Tauplitz. Die investering moesten ze wel doen. Anders konden ze nooit de concurrentie met de grotere gebieden aangaan en zouden ze sowieso verschrompelen tot een gebied dat enkel voor de lokale bevolking bestemd is.
Als fervente Frankrijkganger ben ik fan van het ‘Ski-in-Ski-out’-principe. Gewoon meteen uit je chalet de latten onder binden en je bent vertrokken. Die groeiende vraag hebben ze hier duidelijk ook opgevangen. Twintig nieuwe chalets vlak aan de piste en skiliften stonden in de steigers tijdens mijn verblijf, waardoor je samen met de reeds bestaande woningen hier stilaan van een echt dorp kan spreken. Een naam heeft het nog niet. Iemand een voorstel? Loser-city? Ober Aussee?
En ook aan de bestaande pistes wordt gewerkt. Dit stuk van de Loser (het Loserfenster) bijvoorbeeld, hebben ze voorbije zomer afgegraven en geëgaliseerd. Dat glijdt natuurlijk veel makkelijker. Je ziet, Loser is een gebied dat niet bij de pakken blijft zitten, en dat voor een belangrijk deel allemaal via crowdfunding gefinancierd. Hajo schreef er een paar weken geleden nog dit bericht over.
Dit is de rode piste op de Loser. Mooie breed en superweinig volk terwijl het in de andere skigebieden van de Alpen over de koppen lopen was in deze nieuwjaarsweek. Ja, dat is het grote voordeel van de kleinere oostelijke gebieden natuurlijk. Aan de overkant van de vallei zie je net boven de boomtoppen twee andere rode pistes. Oosthellingen zijn dat en dus de meest sneeuwzekere van begin december tot begin april. Zeker omdat ze daar de voorbije jaren in kunstsneeuwinstallaties hebben geïnvesteerd. Enkel het waterreservoir ontbreekt er nog. De aanleg daarvan is iets voor deze zomer. Voorlopig gebruiken ze voor de kunstsneeuw nog het water dat zich bovenop de Loser bevindt, maar dat is niet ideaal. Want dat water moet het dal door waardoor het onnodig opwarmt. Ook op deze piste komen er kunstsneeuwinstallaties, hoewel daar dit seizoen duidelijk geen nood aan is. Hier zie je trouwens mijn twee kleine dochters van 7 en 5 jaar oud, elk met skischoolhesje aan. Gek vond ik dat. Ze zijn al meerdere keren mee gaan skiën, en had dus hoge verwachtingen van hen. Maar de eerste dag bakten ze er werkelijk niets van. Is het bij jullie kids ook zo dat ze er na 9 maanden weinig meer van kunnen? Zal wellicht met een gebrek aan vertrouwen te maken hebben.
Gelukkig was onderin aan de liften een skischool te vinden, uitgebaat door de zeer sympathieke en Engels sprekende Franz en Herbert Loitzl. Na drie voormiddagen professionele skiles kwamen de dames weer als vanouds de berg af.
Hier rechts een beeld van de babypiste midden in het nieuwe skidorp. Daar hoefden mijn kinderen niet meer terecht. Nee, zij mochten meteen met moderne zespersoons-stoeltjesliften de rode piste links op, de kunstsneeuwpiste waar ik daarnet nog over sprak. Maar alles is hier wel aanwezig om jouw kinderen een goede eerste basistechniek mee te geven.
En met de kids in de les konden mijn vrouw en ik het gebied verder verkennen. Bovenop de loser op een dikke 1800 meter, boven de boomgrens dus, kom je op de Loseralm, een freeridersparadijs. Officieel is dit een piste, maar dan niet geprepareerd. Ja, je ziet, ook wie van meer uitdagingen houdt kan hier terecht.
En over freeriden gesproken. Nog nooit ben ik in mijn leven zoveel tourskiërs tegengekomen. Elke dag wel bijna honderd. Stoer hoor. Onderaan de berg beginnen …
… en dan helemaal tot boven wandelen. Ik heb het zelf nog nooit gedaan. Misschien toch een werkpuntje voor de toekomst.
Zoek de tourskiërs hier. Gevonden?
En hier? Deze is iets lastiger. Rechts zie je allemaal kleine stipjes. Dat is een gewone blauwe piste, met dan wat meer in het midden het meertje (zwarte plek) waar ze het water voor de kunstsneeuw vandaan halen. En dan net boven dat meertje … ja, daar heb je hem …
… onderweg naar nog twee kleinere sleepliften aan de andere kant van de Loseralm.
De tweede helft van onze bezoek stonden in het teken van de sneeuw. Een understatement zelfs want op woensdag 4 januari is het daar beginnen dumpen. Niet normaal. Echte nordstau. Van de elf meter neerslag die er elk jaar valt is er op twee dagen tijd meer dan een meter naar beneden gedwarreld …
… tot in Altaussee dorp.
Meermaals hebben we onze auto moeten uitgraven. Dat was lang geleden.
Altaussee werd er in ieder geval niet minder fraai om.
Heb je het gebied na enkele dagen wel gezien, dan kan je met de auto op een half uurtje naar Bad Mitterndorf of Tauplitz bollen twee valleitjes verderop of relaxen in het kuuroord Bad Aussee.
In Die Tauplitz vind je meer dan 40km piste en is dus het grotere broertje van Loser. Broer, want je skipas is voor beide gebieden geldig. Ooit waren er plannen om beide gebieden met mekaar te verbinden, maar dat gaat er niet van komen. De natuurvoorschriften in Stiermarken laten de nodige infrastructuur- en egaliseringswerken daarvoor niet toe.
Door de sneeuwdump en de skilessen zijn we pas de laatste dag naar Die Tauplitz kunnen rijden. Het was toen alweer wat droger maar er stond een ijskoude snijdende wind.
En dat hebben mijn dochters geweten. Na een paar uur moesten we het voor bekeken houden. Jammer, want drie jaar geleden was ik hier al eens, en ik had enkele leuke pistes graag nog eens met mijn vrouw en dochters af geskied. Een volgende keer dan maar. Samenvattend: het laatste hebben we van Ausseerland nog niet gezien of gehoord. Het is een charmant authentiek gebied zonder platgereden paden. Wil je rust, maar toch goed tot zelfs avontuurlijk kunnen skiën, dan weten jullie waar naartoe.
9 reacties
Reacties zijn gesloten.