jan-kysely

Wij hebben het Hellmann-getal. Oostenrijk heeft samen met de rest van Midden-Europa de Kysely score voor hittegolven. Genoemd naar de Tsjechische meteoroloog Jan Kysely die je hier ziet met zijn zoontje. Super actueel want in Oostenrijk was de vandaag af te sluiten zomer de op een na warmste sinds 1767! ‘Österreichweit’ bedroeg de anomalie +2,5ºC ten opzichte van normaal. Alleen de ‘Hitzesommer’ van 2003 had met +2,8ºC een grotere afwijking. In Sankt Pölten en Linz werd zomer 2003 wel krap geklopt. In Wenen maar ook in Bregenz waren meer +35ºC dagen dan ooit eerder gemeten. Hier was 2013 tot dusver recordhouder. Hierr en hierr overzichtsartikelen met allerlei records.

hittegolfdagen

Toen wij onze 2015 hittegolf net achter de rug hadden en de hitte in Oostenrijk net goed op gang kwam vroeg ik me al eens af hoe buiten Nederland een hittegolf definiëren. Nu weet ik dat men het meet in Kysely-dagen. Binnen die definitie is een hittegolf een serie van tenminste 3 opeenvolgende dagen boven 30°C eventueel onderbroken door maximaal één dag tussen 25 en 30°C maar met over de hele periode een gemiddelde maximumtemperatuur hoger dan 30°C terwijl geen enkele maximum koeler mag zijn dan 25°C. Is die aaneengesloten periode bepaald dan is elke dag daarvan een Kysely-dag. En hierboven zie je dan voor het meetstation Hohe Warte in Wenen de trend van die Kysely-dagen. 2015 scoort 38 (bijgewerkt tot vandaag). 2003 – de zomer met de meeste warmte boven Frankrijk – scoorde 44. 1994 was juist in Midden-Europa een topper. In deze studie uit 2009 wees Kysely 1994 aan als extreemste zomer in Tsjechië. 2013 en 2015 kunnen daar vast mee wedijveren.

Schermafdruk 2015-08-31 13.28.43

2013 was tot dusver de topper qua dagen met +35ºC. Als je bovenstaande grafiek ziet (bron) kun je spreken van een gelijkspel voor 2015. In Wenen is er wel een forse sprong van 5 twee jaar geleden naar 15 nu.

albedo

Sowieso laten de grafieken er geen twijfel over bestaan: hittegolven in midden-Europa zijn vanaf 1982 spectaculair gestegen. We komen er niet met het smoesje dat de stedelijke bebouwing is toegenomen. Men is wel bezig met plannen om de bebouwing wit te verven of groen te maken en kan daarmee de stad vele graden laten afkoelen (zie artikel), maar de Hohe Warte – tevens hoofdkantoor van ZAMG – in Wenen ligt op 220m in het gebied waar het Urban Heat Island (UHI) effect nauwelijks merkbaar is.

pdo-amo

Ook PDO en AMO vallen af als verklaringsmodel. AMO sowieso en als het de PDO was zou je ook tussen 1920 en 1942 meer hittegolven verwachten. In tussen 1942 en 1975 weer minder terwijl er in die jaren juist meer waren. De reden van dat golfje tussen die laatste twee jaren blijf ik schuldig. Geen idee…

innsbruck

Ach de grafiek van Innsbruck ziet er al vertrouwder uit. Hier wel de bekende warme fase in de jaren dertig (PDO) gevolgd door een afkoeling naar begin jaren zeventig en daarna een snelle opwarming naar 2000. Ook opvallend hier de warme zomer van 1947 (die in de grafiek van Wenen geheel ontbreekt – wat is er met dat station?) die in Nederland de warmste zomer ooit was volgend op de koudste winter ooit (zie hierrr). Het duidelijke golfpatroon in Innsbruck is alweer moeilijker te rijmen met een toename door CO2 die vanaf 1950 gestaag moet zijn geweest (met de industrialisering). Moeten we dan de toegenomen reflectie van zonlicht door aerosolen er weer bij slepen – de de tijdelijke dip dan verklaart – om van de golfbeweging een gestage stijging door CO2 te maken?

Kowatsch_2

Josef Kowatsch heeft wel voor Duitsland in de periode 1985-2000 een interessante verklaring gevonden voor snelle opwarming: de geleidelijke installatie van elektronische thermometers in die periode. Lees hierrrr maar of je gelooft dat dit inderdaad een grote rol heeft gespeeld. In deze geschiedenis van ZAMG kom ik tegen dat Oostenrijk in 1992 overstapte op een electronisch systeem.

graz1992

Pakken we dan de grafiek met Kysely-dagen van Graz, de zuidelijke hoofdstad van Stiermarken, erbij dan heb je wel een beetje een oeps-gevoel bij dat jaartal. Hier ook 1947 als hoge piek herkenbaar en ook een voorzichtige indicatie dat hittegolven misschien wel typisch het frequentst zijn in de eindjaren van een mondiale opwarmingsfase. Want de jaren dertig waren evident wereldwijd de warme jaren (dust bowl). Kun je dat vertalen naar de fase waar we nu in zitten? Uiterst speculatief allemaal, maar het zijn vragen die wel gesteld moeten worden..

sonnblick

Terug naar de concrete metingen van zomer 2015. Nog een interessant getal: op het meetstation op Hoher Sonnblick (in de achtertuin van deBerghut.com in Rauris) op 3109m hoogte waren maar 27 dagen of nachten met vorst. Alleen in 2003 waren het er minder, namelijk 18. En dat was dan een record sinds 1868 (zie historie station).

Schermafdruk 2015-08-31 14.44.17

Afsluitend: jullie hebben gemerkt dat ik jullie steeds probeer uit te leggen hoe wetenschap en wetenschapsfinanciering werkt. Deze Jan Kysely heeft dus een enorme passie voor hittegolven en dat is het beste uitgangspunt om met volle energie jarenlang goed onderzoek te doen. Nu wordt het ophalen van financiering alleen veel makkelijker als je in plaats van “boeiend onderzoek naar actuele hittegolven” als onderzoekstitel formuleert: “boeiend onderzoek naar actuele hittegolven en trend voor de toekomst”. Logisch! Dat zouden jij en ik ook doen. Grappig wordt het dan als Kasely zijn studie (zie pdf) afsluit met:

Nevertheless, the most severe recent heat waves appear to be typical rather of a late 21st century than a mid-21st century climate.

Wat staat hier? Als we een geleidelijk model van een opwarmende aarde toepassen dan zien we ook een geleidelijke toename van hittegolven en Kysely-dagen. Zo rekenend kom je er dan achter dat wat we de laatste jaren meemaken niet past in die lineaire trend. We zijn nu al te warm. Warmer dan de modellen voorspellen en komen veel te warm uit in 2100 als je de lijn daardoor heen trekt. Dus zegt Kysely: de zomers van de afgelopen jaren lijken eerder op het weer in 2100 dan in het weer dat typisch is voor begin of zelfs mid 21e eeuw.  Ja die mag je nog een keer lezen. Hier heeft echt het klimaatmodel het primaat over de werkelijkheid gekregen. In plaats van nog eens keurig de calibratie van de thermometers na te lopen of naar natuurlijke cycli te kijken wordt het meest opvallende van de huidige jaren waar we zoveel leuks van zouden kunnen leren, doorverwezen naar het einde van de 21e eeuw als we er allemaal niet meer zijn. Wel weer positief dat het iemand is die eerlijk blijft en niet beweert dat we in 2100 allemaal gegrild zullen worden.


Hajo

Hajo Smit studeerde in 1991 cum laude af als meteoroloog, milieu- en klimaatdeskundige. Hij stopte na 3 "hele bijzondere" dagen bij het KNMI met zijn eerste academische baan en werd skileraar en natuurgids. Tussendoor was hij actief als tekstschrijver en vertaler. Aan het einde van het millennium werd hij even een grootheid in het Nederlandse inline skaten als hoofdredacteur van een skate magazine en organisator van een groot Red Bull event in Valkenburg. Na een seizoen als mountainbikegids in Griekenland en Oostenrijk begon hij in de winter van 2006 te bloggen op het snijvlak van wintersport en winterweer. Die winter in Königsleiten leerde Hajo in Oostenrijk ook paragliden. Tussen 2011 en 2017 nam zijn eigen website wintersportweerman.nl gewoon vanuit Nederland een zeer grote vlucht. In december 2017 verhuisde hij naar Oostenrijk om het paragliden weer op te pikken en tandempiloot te worden. Tijdens covid viel de sponsoring van wintersportweerman weg en werkte Hajo acht maanden in Nederland als klusser. De covid-winter 2021 verbracht hij in Hinterglemm waar hij ook weer actief werd als tekstschrijver. Wintersportweerman.nl behaalde dat seizoen een gigantisch bezoekersrecord van 70.000 unieke bezoekers op een dag. Sinds de zomer van 2023 runt Hajo in Zell am See Kaprun zijn eigen tandemparagliding bedrijf vip-paragliding.com.

12 reacties

Gesloten voor reacties.