Jullie weten nu wie ik ben, en dat ik ambassadeur ben voor WSWM.nl van de Région Dents du Midi, het Zwitserse gedeelte van de Portes du Soleil. Of als je dat gemist had zie hierrr. Als je goed gelezen hebt weet je ook dat ik op een klassiek categorisch gymnasium zit. Ik ken dus mijn Julius Ceasar. En daarom wilde ik dit artikel naar diens De Belli Gallico eigenlijk als titel “Commentarii de Valle Illiesis” geven, maar Hajo floot me als ervaren journalist terug dat een titel door zo veel mogelijk mensen meteen te begrijpen moet zijn. En daarom duiken we nu dus samen in de geschiedenis van deze streek en dit mooie skigebied.

De geschiedenis van dit dal is zeer interessant, vooral omdat het één van de pioniers was in Franstalig Zwitserland op het vlak van wintersport. De Région Dents du Midi bevindt zich in Wallis/Valais. Op een steenworp van het Meer van Génève. Het omvat zes dorpen, namelijk Champéry (1055 m), Val d’Illiez (948 m), Les Crosets (1668 m), Champoussin (1597 m), Morgins (1350 m) en Troistorrents (765 m). Geografisch wordt de vallei ook wel aangeduid als de Vallée d’Illiez.

Bron: remontees-mecaniques.net

Vanuit Eindhoven doe je er over de 830 km zo’n 7 h 50. De te volgen weg bestaat uit snelweg tot in Monthey. Daar begint de klim over een slingerweg naar de sneeuwzekere zone. De Vallée d’Illiez behoort aan de noordkant waar het megaskigebied Portes du Soleil ligt tot de grazige en bosrijke vooralpen. Aan de zuidkant hoort het al bij het beginnende hooggebergte met de Dents du Midi, de Dents Blanches en de Mont Ruan. Een samensmelting van ’twee werelden’ en juist dat maakt er naar mijn mening, uitzonderlijke, grandiose regio van. Een klein weetje: de Dents du Midi heetten tot het einde van de 19e eeuw ‘Les Dents de Tsallen’.

Foto naar RégionDentsduMidi

Wanneer je in de zomer op de Col de Cou staat, wordt dat verschil zeer groot. Wanneer je zoals op de foto gezien naar rechts kijkt zie je overduidelijk het hooggebergte en links de glooiende, groene alpenweiden van de vooralpen.

Foto Artus Missorten

Hier zie je de geografische scheidingslijn op een foto van mij.

Foto naar Larousse.

Als je het dal in rijdt kom je eerst in Troistorrents, wat letterlijk “drie bergbeekjes” betekent. Dan komt het lieflijke dorp Val d’Illiez met zijn thermen. Op het einde van het dal ligt Champéry. Die naam komt van ‘Champ de Pierres’, wat naar zijn steen- en rotsrijke grond verwijst.

De pistenkaart van het Zwitserse deel van de Portes du Soleil

De geschiedenis van deze regio heeft in het teken gestaan van een handvol overheersers waaronder Romeinen, Bourgondiërs en Franken. Maar ook het Huis van Savoie, ‘le Haut-Valais’ en Napoléon Bonaparte zwaaiden er ooit het scepter. Nu maakt het deel uit van het kanton Wallis (of Valais) en de Zwitserse Confederatie.

In het zogenaamde ‘Ancien Régime’ werd deze regio geteisterd door de pest, waarvoor de joden beschuldigd werden en zelfs voor veroordeeld werden in het kasteel van Chillon, waarna ze geregeld op de brandstapel belandden. Dat kasteel op een eilandje in het Meer van Genève bij Montreux en dus op een steenworp van je wintersportbestemming moet je eens bezoeken, al was het vanwege het beroemde gedicht van Lord Byron.

In de 19de eeuw kende de streek, net als heel Europa, een ware exodus naar Noord-Amerika. Maar aan het einde van die eeuw kwam ook het toerisme op. In de zogenaamde ‘Belle Époque’ kwamen de Engelsen in grote getale naar kuuroorden zoals het prestigieuze ‘Grand Hôtel de la Dent du Midi’ dat in 1857 werd gebouwd en het ‘Grand Hôtel des Bains’ uit 1862 in Val d’Illiez. Deze roemrijke periode werd abrupt onderbroken door de Eerste Wereldoorlog. Het interbellum zorgde wederom voor een bloeiperiode, in de toen nog overwegend agrarische vallei, die beëindigd zou worden door de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het hotel ook in beslag genomen door het Zwitserse leger om er de vluchtelingen, die vanuit Frankrijk de grens waren overgestoken, te herbergen. Na de oorlog werd het hotel afgebroken wegens faillissement.

In 1939 bouwde het bedrijf A.Wullschleger een kabelbaan of ‘une benne’ in Champéry die de eerste was van Franstalig Zwitserland en de derde in haar soort in heel Zwitserland. Die kabelbaan eindigde op 1786 m hoogte, aan de voet van Planachaux. De huidige gondel van Champéry eindigt hoger op  1962m op het Croix de Culet. Die nieuwe gondel die in de volksmond ook nog “Benne” wordt genoemd is er sinds 1987.

In 1964 als er veelmeer liften zijn en worden gebouwd heet het skigebied ‘la Haute Route des Familles’. Omdat het gezinnen in staat stel onder en net boven de boomgrens zulke afstanden te skiën als toerskiërs het deden op de beroemde Haute Route van Chamonix naar Zermatt. In 1965 wordt het skigebied omgedoopt naar het meer aansprekende ‘Les Portes du Soleil’. In 1969 is de verbinding tussen Champéry en Avoriaz een feit. Vanaf 1976 is het knusse pure skistation Champoussin in aanbouw. De sleepliften waren er al snel maar door het faillissement van een Belgische projectontwikkelaar lag de aanbouw van de accommodatie enkele jaren stil. De Haagse skifanaat Rob Hansen zag destijds zijn kans schoon: hij vestigde in de jaren 80 in het verlaten gebouw voor de bouwvakkers zijn studentenpension. Vanaf eind jaren 80 werd er weer volop geïnvesteerd en zo is Champioussin nu ook een parel van het gebied!

In 2008 worden twee liften in Les Crosets, dat recht boven Champéry ligt, gemoderniseerd, door ‘new generation’ stoeltjesliften met een capaciteit van maar liefst 4000 personen per uur. De jongste grote investering vond afgelopen zomer (2018) plaats: ‘Télé Champéry Crosets Portes du Soleil SA’ legde voor de kunstsneeuwproductie een waterbassin aan met een capaciteit van 99.000 m³.

Foto naar Le Montagnier

Hierboven een afbeelding van ‘La Rue du Village’, de dorpsstraat van Champéry op de nationale feestdag van Zwitserland (1 augustus). De Zwitsers of eigenlijk vooral ‘de mensen van het platteland’ zijn vriendelijke, hulpvaardige en opgewekte mensen, die wel enig respect verwachten van de toeristen. Men verwacht beleefdheid en hoffelijkheid van de gasten. Duwen en voordringen in de wachtrij is uit den boze. Geloof me, het zijn echt mensen van regels zoals dat een uur een uur is en dat de avondrust stipt om 22.00u ingaat ! Persoonlijk heb ik dat altijd als zeer aangenaam ervaren: even weg uit de kakafonie van de Lage Landen.

Foto: Région Dents du Midi

Dank dat jullie dit artikel hebben willen lezen. Ik meen dat het toch altijd mooi meegenomen is, om alvorens men een bepaalde streek bezoekt, er toch enige geschiedenis van te kennen. Het zorgt er tevens voor dat je, eenmaal in die streek, het gebied en de mensen beter begrijpt. Maar dan kijk je weer naar de bergen met hun veel oudere geschiedenis. De geologische tijd. Die gaat zo traag dat er binnen de menselijke maat helemaal niets verandert een de bergketens. Kijk dus nog eens mee op de plaat van de befaamde Dents du Midi dan leg ik even uit hoe de vormen hier heten. Rechts zie je een hellend plateau. Dat heet ‘la Pente des Lacs’ en daar vind je ook het adembenemend mooie meertje Lac d’Antème. De eerste hoge top van rechts is de Haute Cime en dat is met 3257m meteen ook het hoogste punt is van de bergketen. In het midden ligt het zogenaamde ‘couloir de la Dent Jaune’. Dat kun je skiën met een gids en dat hoop ik met een berggids en met Hajo erbij in de carnavalsweek te skiën. Uiterst links op de foto zie je de zeer kleine ‘Glacier de Soie’.


Artus

Een 17-jarige tweetalige Belg, maar ook een Brusselse ket. Ik ben een ware bergliefhebber, die het grote geluk heeft om er drie maal per jaar te vertoeven. Mijn uitvalsbasis is Champéry (Wallis). Ik studeer Grieks-wiskunde, ben vrij sportief ingesteld, leer Russisch en ben aspirant-alpinist. Laat de sneeuw maar komen !

5 reacties

Gesloten voor reacties.